Marie-Simone En Fabian
Datum: 14-1-2019,
Categorieën:
Hetero
Auteur: Marie-Simone, Bron: Opwindend
... kunt er niets meer aan doen, je bent maar een kat, jouw schuld is het niet dat rozen verwelken. Ik kriebel je nog even over je buikje boven en ga naar binnen. Nog een bakkie troost zetten. Langzaam verder wakker worden, langzaam verder leven.Ik heb de hele week geneukt om te vergeten wat ik niet vergeten kan. De hele week achter de wijven an. Dat heeft dus niets geholpen. Ik moest iets anders doen. Ik trok het niet langer om in de strop van mijn verlangen te blijven hangen. Dag na dag voelde ik hoe de waanzin me verder bekroop. Met neuken los je dat niet op. Mijn verlangen moest dood.Daarom heb ik vannacht rode rozen naast haar fiets gelegd. Geen witte. Wit is de kleur van prille onschuld, van optrekkende nevels die als witte lakens de donkere nacht bezwachteld hebben. Witte lakens over blote lijven, bleek en blozend van trillend verlangen. Rode rozen zijn in bloed gedoopt. In het bloed dat uit mijn gebroken hart is gestroomd. Omdat mijn verliefdheid door de gloeiende peuken van Marie-Simone ten dode tegen een duistere hemel opgeschreven was. Of mocht ik het al liefde noemen. Ergens wel, want een drama was het toch al. Diep in mijn hart wist ik dat zij mijn laatste grote liefde was, helaas te vroeg gestorven. En wat gestorven is dat moet je begraven. En bij een begrafenis horen bloemen, rode rozen in dit geval, opdat zij sterven met wat ik begraven heb. Ik heb ze huilend neergelegd, dat past bij een begrafenis. Kan niemand me kwalijk nemen. Ik wil niet meer verliefd ...
... zijn, het doet zo'n pijn. O mijn lieve god, zoveel pijn. Ook ik zal net als die rozen uiteindelijk om Marie-Simone sterven. Sterven van verdriet, maar voorlopig effe niet. Eerst langzaam wakker worden, langzaam verder leven. Langzaam uit de klauwen van de waanzin weg kruipen. O mijn lieve god, zelfs dat doet pijn.'s Middags ga ik naar de Dirk. Brood en beleg halen. En een fles rode wijn. Je weet maar nooit wie er langs komt. Voor de schappen met wijn, kan het godverdomme nou ook nooit eens een keertje meezitten, staat een vrouwelijk personage die van afstand als twee druppels water op haar lijkt. Nou ja, als twee druppels water is overdreven. Het is hetzelfde type, ze lijken op elkaar, iedereen heeft een dubbelganger en dit is die van haar. Allebei springerig blond haar dat ze uit hun blauwe ogen vegen. Even groot, even rank en ongeveer dezelfde wat aparte smaak in kleding. Ze konden zusjes zijn. Maar zij is dan het minder gesloten type, minder introvert. Ze kijkt zelfs iets van blij en spontaan. Maar verder is het net zo'n besluiteloze treuzeltrut. Ze staat een fles goedkope cider van alle kanten te bekijken. Wel doen, niet doen. Mens, neem toch mee voor die drie euro. Hé hallo, zegt ze, alsof ze me nu pas ziet, weet jij of dit ook champagne is? Nee, stomme kut, maar dat zeg ik niet, dit is cider. En ik ruk een fles prosecco uit het schap. Hier, pak aan, is wel geen champagne, maar als je hem goed schudt, spuit ie als een dolle. Ze pakt me bij mijn pols en lacht er ondeugend ...