Marie-Simone En Fabian
Datum: 14-1-2019,
Categorieën:
Hetero
Auteur: Marie-Simone, Bron: Opwindend
... giechelend bij, brutaaltje, hetzelfde giecheltje als Marie-Simone, net zoals jij zeker als ik je eerst wakker schud. En dan laat ze haar vingers om mijn pols glijden of ze mijn arm staat af te rukken. Alsof ze me al jaren kent. Ze is net zo geil als al die andere wijven die ik van de week tegengekomen ben. Houdt het dan nooit op.Ze staat buiten bij de Dirk op me te wachten tot ik ook afgerekend heb. Ik stond weer eens in de verkeerde rij. Er stond alleen iemand met een pak melk voor me. Denk je dat gaat lekker snel. Maar toen moest de kasssarol vervangen worden. Sta je eindeloos te wachten, ik ben echt voor het ongeluk geboren. Het zit nooit eens mee. Waar ga je heen? Vroegen haar blauwe ogen tussen haar springerige haren door. Naar huis, waar zou ik anders heen moeten. Er zit nergens niemand en niemand nergens op mij te wachten. Alles leek sinds afgelopen nacht zo zinloos dat ik ook niet meer overwoog om Gisèle te bèlen. Het blondje naast me, de dubbelgangster, misschien wel een kloon vol buitenaards leven, zegt okay, ik ook, zal ik met je mee lopen? Je moet doen wat je niet laten kan, denk ik, buitenaards leven hou je toch niet tegen. Maar ik weet niet eens meer of ik ja of nee heb gezegd. Eigenlijk weet ik niet eens meer hoe ik thuis ben gekomen. Ik herinner me niets meer. Zelfs niet dat dingen als in een vlaag van verstandsverbijstering gebeurden. Of in een dikke grijze mist, wat je wel eens leest over ontvoeringen in de ruimte. Mijn geheugen is een groot zwart gat vanaf ...
... dat moment bij Dirk dat zij naast me liep. Ik heb eenmaal eerder een black-out gehad. Jaren geleden, toen wist ik ook niet meer hoe ik was thuisgekomen. Maar toen was ik wel zo oeverloos hoeretoeter stapeldronken als een kanon geweest dat het een godswonder was dat iets minder dan de helft van mijn hersencellen het na twee dagen kateren weer deed. Maar nu had ik niets gedronken. Mijn allerlaatste herinnering is dat ik ongelofelijk verdrietig was toen we naast elkaar liepen en dat ben ik nu nog. Die kloon heeft me waarschijnlijk naar huis gebracht en naar mijn bankje voor het raam geduwd, naar het bankje waar de meeste ellende is begonnen. Zij zit net als toen tussen mijn benen met haar rug tegen me aan. Haar benen liggen een beetje omwijd over de armleuning. O mijn lieve god, ze zijn zo slim, ze weten alles van ons en wij niets van hen. Ze heeft mijn handen op haar bollende buikje gelegd om contact te leggen met mijn gedachten. Maar daar vlieg ik niet in, ik maak mijn geest leeg en denk aan niets. Staar uit het raam naar buiten zonder iets te zien tot ik in een nieuw zwart gat in slaap doezel. Van mij komen ze niets maar dan ook niets te weten.Er lagen vanochtend rode rozen naast mijn fiets. Rozen van het warmste rood. Alsof ze in zijn bloed waren gedoopt. Dwaze jongen. Waarom douwt hij ze niet rechtstreeks in mijn handen. Dat durft hij niet. Of wil hij niet. God mag weten waarom. Soms begrijp ik niks van hem, al snap ik hem wel. Of is het omgekeerd? En waarom waren ze rood, ...