1. Voor Een Acht


    Datum: 17-8-2020, Categorieën: Tieners Auteur: Elisabeth, Bron: Opwindend

    ... ook Stefan en Ewout met Sophie (zij kwam niet uit 5B, maar ze durfde Ewout nergens alleen te laten) aanstalten maakten om te gaan, hield ik me op in de studeerkamer, tegenover Wevers’ afdeling Franse romantiek.De deur ging open; de drie riepen wild gedag; de deur sloeg weer dicht. Een glas klonk op het aanrecht en een fles schoof over het marmer. Speels en vriendelijk van houding, maar een beetje wankel, stapte Wevers bij me de studeerkamer in; de wijn nog in zijn rechterhand. Hij droeg geen sokken meer. Op mijn hakken was ik nu langer dan hij. ‘Lisa,’ vroeg hij kalm. ‘moest je niet met je vriendinnen mee?’‘Oh jawel. Ik ga zo ook die kant op… Ik was gewoon nog even aan het kijken.’Wevers kwam vlak naast me staan. Hij rook naar alcohol en naar zweet. ‘Ja, dat is wel een beetje mijn trots, waar je nu voor staat. Je houdt ervan, of niet? Van literatuur, bedoel ik. Romantiek.’Ik knikte naar hem en dacht aan wat Sarah had gezegd: laat hem pochen. ’U hebt heel veel van Hugo, of niet?’Hij keek trots, ademde in door zijn neus en krapte even aan zijn behaarde kin. ‘Ja, dat klopt.’ Hij wees met zijn vinger: ‘toneel; proza; brieven.’ En meteen begon hij breedsprakig te verhalen over de vroegere jaren van Hugo, zijn opmars naar verbanning, zijn dranklust en allerlei voorbeelden van ‘hasjies’ in apenschedels. Ik bleef braaf knikken en geïnteresseerd kijken, en tegelijk met mijn ogen vragen om meer. ‘Wil je ook een glas trouwens?’ vroeg hij plotseling. ‘Het is een verdomd goede Syrah, ik ...
    ... ben er ook verrast van. Mag eigenlijk niet meer natuurlijk, sinds dit jaar, maar één glas kan niet zoveel kwaad, toch?’‘Lekker,’zei ik, enthousiaster dan ik was. Hij haalde een glas uit de keuken, terwijl hij vertelde over het gebied van ‘Bastide’ in de Languedoc en hoe de wijn eigenlijk niet de naam mocht dragen vanwege de te weinige grenache en hij kletste gewoon door terwijl ik de eerste slok al had genomen. Ik proefde niets van wat hij vertelde, maar zei wel dat ik het heel lekker vond.‘Meneer,’ kwam ik eindelijk ter zake, ‘Ik vroeg me af of we het nog konden hebben over mijn praktische opdracht.’Wevers kneep zijn ogen een stukje dicht en knikte heel langzaam. ‘Oh... Baudelaire,toch?’‘Ja…’zei ik. ‘Kijk, ik begrijp wel dat er een en ander aan ontbrak misschien... Maar zoals u weet wil ik volgend jaar na het examen naar Cambridge en hun eisen zijn dat alles, ook uit de vijfde, boven de acht is. En ik wil écht graag.’Hij nam een slok van zijn wijn en klakte even met zijn tong. ‘Tja. Het was helemaal niet zo’n slecht werkstuk hoor, als ik het me goed herinner. Integendeel: je schrijft hartstikke goed… maar Baudelaire als zwartromantiek en verboden en schunnig afdoen, vind ik toch wat te eendimensionaal. Eigenlijk. Dat is toch wat te veel Anbeek overpennen. Geen hoogvlieger als je het mij vraagt.’‘Maar hij wat toch ook heel erg aangetrokken door het duister en zo?’ probeerde ik nog.‘Ja, jazeker.’ Hij kwam iets dichter tegen me aanstaan en keek naar de kast. ‘Maar zoals ik zeg, ...
«1234...»