Fleur van de thuiszorg
Datum: 17-2-2018,
Categorieën:
Tieners
Auteur: ScarlatinToy, Bron: Gertibaldi
... meneer Beek had gewoond. Er stond een busje met daarachter een grote aanhanger. Twee potige mannen waren uit het voertuig gesprongen en hadden allerhande soorten meubilair naar binnen gesjouwd. Zeker weten deed ze het op dat moment nog niet, maar uit de stijl van meubels leidde Fleur af dat er een nieuwe, oudere bewoner was gevonden voor de gelijkvloerse woning van meneer Beek. Gezien de korte afstand tot het huis van haar ouders was het blonde meisje direct op haar fiets gesprongen. Ze had zich richting het lokale kantoor van de thuiszorg gesneld, om te informeren of er iets bekend was over de nieuwe bewoner. En of deze man of vrouw wellicht nog hulp in de huishouding kon gebruiken. De jonge vrouw achter de balie had even gezocht en vond toen enkele aan elkaar geniete velletjes papier. De nieuwe bewoner heette Rubens. Joep Rubens. En hij had precies op die dag een verzoek voor huishoudelijke hulp ingediend bij hun kantoor. Vanaf dat moment werkte Fleur één keer per week bij meneer Rubens; een stevige, aimabele, grijze man van achtenzeventig. Hij was slecht ter been, lopen ging niet zo snel meer en af en toe was hij wat vergeetachtig, maar afgezien daarvan nog aardig bij de pinken. Zijn gezondheid was redelijk, op de gebruikelijke pijntjes na. Misschien nog wel meer dan bij haar eerdere adresje voelde Fleur dat haar aanwezigheid op prijs werd gesteld. Meneer Rubers leek telkens verheugd als ze voor zijn deur stond. En hoewel ze slechts voor één keer per week kreeg betaald, ...
... bezocht ze hem ook wel eens 's avonds, doordeweeks. Ze belde dan aan, rond achten, gewoon om eventjes te kletsen, thee te drinken (ze lustte het eigenlijk niet, maar durfde het tegelijkertijd niet te weigeren), of om een spelletje te kaarten. Meneer Rubens kon honderduit kletsen over “vroeger” en de tiener luisterde met oprechte interesse. Ze vond het heerlijk om te zien hoe zeer de man genoot als hij zijn ei kwijt kon. De interesse was wederzijds; hij vroeg ook regelmatig naar wat er gaande was in haar leventje en langzaam maar zeker ontstond er een prille vertrouwensband tussen de twee. Hij was de eerste en de enige die ze vertelde over haar eerste, echte, geheime liefde op school. Hij had haar ook aangemoedigd op de jongen af te stappen, maar ze had dit tot op de dag van vandaag niet gedurfd. Het doordeweekse bezoekje werd routine. Op een gegeven moment stond meneer Rubens al voor het raam te wachten en zwaaide hij als ze op haar fiets aan kwam. “Meneer Rubens” werd na verloop van tijd “Joep”, maar uit fatsoen sprak ze hem gewoonlijk nog wel aan met “u”. Hun band werd steeds hechter en Fleur kreeg hoe langer hoe meer het idee dat ze echt een verschil kon maken in het leven van de man. Ook vandaag stond hij, in zijn lichte kamerjas, te wachten voor het raam. Ze zag een brede glimlach op zijn gezicht toen hij haar zag. En zoals altijd wanneer hij naar haar glimlachte, sloeg ze haar blik neer en lachte verlegen. Hij wiebelde met zijn tenen toen hij haar de straat in zag komen ...