1. Stille wateren-1


    Datum: 23-1-2020, Categorieën: Tieners Auteur: quasi, Bron: Gertibaldi

    ... goed?” “Heel goed, de ketting klapperde de laatste tijd en dat is weg, hij fietst ook lichter.” “Dus mijn pap heeft het goed gedaan” reageert Roos glimlachend. “Heel goed.” Ze liggen een poosje rustig naast elkaar, de zon wordt langzaam warmer. “Zullen we gaan zwemmen?” “Ja, dat is wel lekker” reageert Carla. Ze lopen naar het water en blijven een poos zwemmen en pootje baden. Ze lopen weer terug en gaan nat op de handdoeken liggen. Als ze zijn opgedroogd stelt Roos voor dat ze elkaars rug insmeren, de rest kunnen ze zelf wel. Carla begint met de crème haar schouders in te smeren. Dit is de eerste keer dat ze dit doet en het voelt wel lekker aan, lekker zacht. Ongemerkt doet ze er langer over dan nodig. Dan gaat Carla liggen en Roos doet haar schouders. Ze voelt haar handen over haar lichaam glijden en het is lekker. Ook Roos neemt meer tijd. Carla weet niet dat ook Roos heeft genoten. Carla mag dan door de klasgenoten als buitenbeentje worden gezien, Roos weet wel beter, ze weet dat Carla heel lief is, altijd aardig doet en nooit roddelt. Ze gaan weer plat op hun buik liggen en draaien hun gezichten naar elkaar. Roos glimlacht. “Over een week ben ik in Kroatië. Ik zal aan je denken” glimlacht ze en legt haar hand op die van Carla. Een klein kneepje er achteraan. Ze blijven een tijdlang liggen en dan draaien ze zich om, smeren zelf hun voorkant in en gaan op hun rug liggen. Af en toe wisselen ze een paar woorden. Carla is niet zo’n prater en meestal is het Roos die een ...
    ... gesprekje begint. Ze zwemmen nog twee keer en rond een uur of half twee halen ze een frietje met. Tegen vieren breken ze op, pakken hun spullen in en lopen naar de fietsen. Ze rijden het parkeerterrein af, terug naar het grote kruispunt. Ze stoppen. “Nou, ik laat wel wat van me horen” zegt Roos. “Ja, in ieder geval fijne vakantie en kom heel weer thuis.” “Dat doe ik” en Roos buigt naar haar toe en geeft een kusje op haar wang, vlak naast haar mond. Ditmaal had Carla erop gerekend en kust Roos vlak naast haar mond. Ze kijken elkaar glimlachend aan en dan slaan ze een arm om elkaar heen, hun hoofden zitten in elkaars nek. Een paar seconden blijven ze in die omhelzing staan en dan zetten ze hun voet weer op de trapper. “Doei Carla” “Doei Roos, tot over een paar weken.” Woensdagavond gaat de telefoon en de moeder van Carla neemt op. “Met Ingrid Bosveld.” “Dag mevrouw, met Roos, is Carla thuis.” “Ja, ogenblikje.” “Carla!” roept ze en twee tellen later komt ze de kamer in, “Roos voor jou.” “Met Carla.” “Hoi, met Roos. Carla, ik heb iets heel dringends met je te bespreken, kan ik langskomen?” “Wanneer? Nu?” “Ja, kan dat en ik neem mijn vader mee.” “Ogenblikje” en ze houdt haar hand voor de hoorn. “Roos en haar vader willen langskomen omdat ze iets heel dringends te bespreken hebben, is dat goed?” “Ze willen nu kennelijk?” “Ja” “Nou doe maar. Als je dit ’s avonds om negen uur nog wil moet het wel heel dringend zijn.” “Roos, is goed.” “Oké, we zijn er met een twintig minuten.” Twintig ...
«12...456...10»