-
De Tweeling - 9
Datum: 8-2-2018, Categorieën: Tieners Auteur: quasi, Bron: Gertibaldi
... Anja. Twintig minuten later zetten ze hun fiets bij het slot en Tom koopt vier kaartjes en ziet op het bord dat de volgende rondleiding over een half uurtje begint. Ze kopen een flesje drinken met een broodje kaas en gaan op een van de bankjes zitten. “Best nog wel een imposant kasteel” zegt Janet terwijl ze naar het slot zit te kijken. “Als we straks bovenop zijn kun je ons huis ziet liggen” zegt Tom. De gids komt aangelopen en ze staan op. De groep is een man of vijftien en de gids stelt vast dat het allemaal Nederlanders zijn. Hij loopt met de groep achter zich aan en binnen krijgen ze een rondleiding. De man weet veel en in een van de kamers staan een paar harnassen. Hij wacht tot iedereen is verzameld. “Jongedame” spreekt hij Janet aan “zou jij naar voren willen komen.” Janet begint te blozen maar stapt toch naar de man toe. Bij hem laat hij haar omdraaien, ze voelt de handen van de man op haar schouders. “Deze dame uit de huidige tijd is net zo groot als een man uit de middeleeuwen. Kijk naar dit harnas. Daar werd in de middeleeuwen een ridder mee beschermd tegen verwondingen. Ook bij riddertoernooien.” “Kom eens mee” zegt hij tegen Janet en ze stappen over de touwen Hij gaat naast het harnas staan en klapt hem open. “Stap er maar in” en Janet stapt in het harnas, ze geeft haar tasje aan Daan die redelijk dichtbij staat. De gids duwt het harnas dicht en trekt gelijk het vizier open. Het gezichtje van Janet wordt zichtbaar en ze glimlacht. “Zo groot waren onze ...
... voorouders dus.” Hij klapt het harnas open en Janet stapt er weer uit, “dank je wel” zegt de gids, ze stapt over de touwen en ze gaat weer bij Tom staan. De gids vervolgt zijn rondleiding en een half uurtje later staan ze weer buiten. “Leuk” zegt Janet “ik was bang dat ik wat had misdaan maar hij wilde mij gewoon voor in dat harnas.” “Ik heb nog eens op de groep gelet” zegt Daan “en jij was de enige die erin zou passen. De rest was groter en sommige kinderen te klein.” “Het is trouwens niet echt een harnas uit de middeleeuwen, die konden namelijk niet zo openklappen, dit is gewoon om het te laten zien” zegt Tom. Bovenop het kasteel wijst Tom hun huis aan. “Als je goed kijkt zie je iets links van het huis het botenhuis en de mast van de boot.” “Ja, ik zie het” zegt Janet. “Sorry, dan hebben jullie zeker kattenogen, ik zie het huis met moeite en dat botenhuis al helemaal niet” komt Liza. “Het begin van bijziendheid” zegt Daan. “Maar die auto’s daar, dat kenteken kan ik gewoon lezen.” “Ja, dat klopt” zegt Daan, “bijziendheid wil zeggen dan je heel in de verte slechter kunt zien, dichtbij kun je juist goed kijken en het punt tot waar je kunt kijken komt heel langzaam dichterbij. Tot je een bril nodig hebt maar dat kan nog tientallen jaren duren.” Ze kijken nog wat rond en dan lopen ze het kasteel uit. “Naar huis?” vraagt Tom. “Ja, laten we maar gaan.” Ze pakken hun fietsen en gaan terug. Nu hebben ze meewind en ze zijn vlot thuis. Fietsen gaan de garage in. Ze lopen terug naar binnen en ...