Marie-Simone En Fabian
Datum: 14-1-2019,
Categorieën:
Hetero
Auteur: Marie-Simone, Bron: Opwindend
... missen, maar dat ze het er benauwd van kreeg. Ik kan er godverdomme niks mee. En daarna niets, helemaal niets, helemaal niets meer. Er gebeurt nooit iets tussen ons, we hebben niets met elkaar, maar nu gebeurt er nog minder dan nooit niets. Om gek van te worden en dat werd ik ook.Ik zag en hoorde niets meer van haar. Afgezien van haar brandende peuk 's avonds op het balkon als het al donker was. De gloeiende punt schrijft onleesbare letters in de duisternis. Letters die ik niet lezen kan. Maar ongetwijfeld staat er nee, nee, nee, ik wil niet. In het Engels, Frans en Duits, maar ik denk toch niet in het Nederlands. Hoe gek moet je zijn om dat te denken? Het is gewoon compulsief obsessief gedrag. Ik denk tenminste dat het zoiets heet. Als ik haar fiets niet zie, zie ik in de spiegel groen van jaloezie, denk ik dat ze iemand ligt te neuken die hem wel omhoog kan krijgen.Het moet toch niet gekker worden. En nu kijk ik weer tegen dat kutschoudertje van haar op haar balkon aan. En heb ik mijn besluit genomen. Ik ga achter de wijven an. En ik vergeet Marie-Simone. Die nu opstaat. Naar binnen gaat. Niet merken laat. Dat ze weet dat ik hier zit. Trut! Stomme kut! Je moet het zelf maar weten. Wat je al of niet doet. Mij kan het niet meer schelen. Ik weet wat ik ga doen. Jou vergeten, vergeten. En nog eens vergeten. Ik laat me niet langer gek maken. En zeker niet door jou. Ik ga vandaag nog achter de wijven an.In de loop van de avond ga ik lopend de stad in. Pak links en rechts een ...
... biertje op een terras. Maar ik kom geen gleuf tegen waar ik wat mee wil. Zat lekkere wijven, maar die zijn al met iemand en dames die vanuit hun ooghoeken naar me gluren die zijn al half zat of om een slok verlegen. En wat erger is, daar zit nou net effe te veel vlees aan naar mijn smaak. Ik zie mijn goede voornemens al de eerste avond stranden. Op weg naar huis ga ik op een bankje langs het water zitten – het was na de warme dag nog altijd drukkend benauwd – waar het aangenaam koeler was. Ik zit een beetje te balen dat het vanavond niet wil lukken. Niet getreurd, morgen nieuwe kansen. Er komt een meisje op het bankje zitten, meisje, eerder ergens in de twintig tegen de dertig, knikt gedag, ze doet haar ogen dicht, heeft een niet onknap, wat bleek weggetrokken gezicht. Af en toe gaan haar ogen open, kijkt ze of ik er nog zit, schat me als niet gevaarlijk in, ogen weer dicht. Ik heb allang gezien dat er niet teveel vlees aan zit. En ze is alleen. Ervan afgezien dat ik er ben. Maar ze heeft iets vreemds, iets onbestemds. Ik krijg de indruk dat ze half zit te slapen, maar het zal wel zo'n moderne spirituele trut wezen die aan het mediteren is of zoiets. Ik draai een sjekkie, mijn sleutels vallen op de grond, omdat ik, haar ogen gaan open, mijn aansteker langs mijn stijve uit mijn zak probeer te wurmen waar die sleutels in de weg zitten. Lekker handig bezig, zegt ze. En dan verlegen, wil je er voor mij ook eentje draaien of moet je al weg. Nee, niet per se, ik hoef nergens heen, ...