In Carmens huiskamer
Datum: 16-2-2020,
Categorieën:
Dieren
Auteur: Pulpschrijver, Bron: Gertibaldi
“En klaar!,” dacht Carmen terwijl ze haar computer afsloot. En dat mocht ook wel. 25 april, al ver na zevenen. Iedereen was al minstens drie uur naar huis, om zich voor te bereiden op Koningsdag voor morgen. Maar zo was er ook wat werk blijven liggen en haar baas had haar gevraagd of zij ervoor kon zorgen dat dat toch nog voor de deadline van 28 april klaar kon zijn. Hij had haar op die irritante indringende, bijna dreigende manier aangekeken, en Carmen had niet het lef gehad om teveel tegen te sputteren. Dus haar baas had gegrijnsd en had haar daarna de sleutels gegeven zodat ze kon afsluiten. Zelf was hij vlak daarna weggegaan. Carmen had gelaten doorgewerkt, maar nu was ze klaar. Toen haar computer af was gesloten deed ze de lichten uit en zette het alarm op de deur. Ze kende de code al uit haar hoofd, zo vaak kwam het de laatste tijd voor dat ze moest afsluiten. Daar kon ze over zeuren, maar eigenlijk was het helemaal niet zo erg. Sinds Berend weg was, kon het zo akelig stil zijn thuis. Niet dat ze Berend echt mistte. Hij was grof en lomp geweest en ze was meer bij hem geweest omdat haar moeder zo vaak vroeg of ze nu eindelijk eens met een vriend thuis kon komen. Ze hoorde er altijd achteraan “…voordat je met een vrouw thuiskomt.” Haar moeder dacht blijkbaar dat vrouwen met kort haar allemaal potten waren. Toen ze in de spiegel van de lift tuurde was het duidelijk dat ze inderdaad geen fotomodel was. De bril met het dikke zwarte montuur, de kleding die ze meer uitkoos ...
... omdat het praktisch was. Carmen had gewoon niet zo’n behoefte om met zichzelf te koop te lopen. En eerlijk gezegd had ze ook niet echt behoefte gehad aan Berend, maar ja, blijkbaar hoorde dat erbij. Ze mijmerde hier nog steeds over toen ze langs een café naar haar appartement liep. Ze hoorde gelach en gezang. Ze kwam niet in de verleiding om naar binnen te gaan. Wat had ze daar te zoeken? Haar appartement lag maar tien minuten lopen van haar werk af, ook al zo’n reden om vaak over te werken. Ze groette de portier, die niet eens opkeek van zijn televisieschermpje, en pakte de lift naar boven. Nog voordat ze de sleutel had omgedraaid hoorde ze al het getrippel en blij geblaf in de gang. Ze kon nauwelijks binnen, zo enthousiast sprong Mando tegen haar op. Mando was het enige wat Berend bij haar achtergelaten, zijn zwarte labrador. Carmen vond het best. Mando was beter gezelschap dan Berend ooit was geweest. “Dag jongen,”, zei ze toen ze haar armen om zijn nek sloeg “heb je me zo gemist?” Mando gaf haar een lik over de wang en een blaf in haar oor. Carmen nam aan dat dat “ja” betekende. Ze liep naar de keuken, waar ze eerst Mando vers water gaf en zijn brokken aanvulde, voor ze haar magnetron maaltijd warm maakte. Ze at voor de televisie, terwijl ze naar het acht uur journaal keek zonder het echt te zien. Daarna hief ze zich lui van de bank af; Mando moest er even uit. Gelukkig was het lekker weer, Carmen had er een hekel aan om Mando uit te laten in weer en wind. Weer passeerde ze ...