-
Een hete zomer aan de Kaag (12-slot en epiloog)
Datum: 21-12-2017, Categorieën: Familie Auteur: quasi, Bron: Gertibaldi
... het water en dat vindt ze dan toch wel lekker. Dinsdagavond zitten Rinus en Els buiten. Tineke is binnen en kijkt televisie. “RINUS!” horen ze haar roepen. Rinus loopt naar binnen. Hij kijkt met haar naar de televisie waar een weerman laat zien dat er noodweer aankomt. De zware buien zullen van zuidwest naar noordoost over het land trekken en op sommige plaatsen kan er in korte tijd 30 tot 40 mm water vallen. Morgenochtend is dat wel weg maar binnen nu en drie uur gaat het even flink tekeer. Hij loopt weer naar buiten. “We gaan opruimen schat, het wordt noodweer. Dus alle kussens en dergelijke moeten naar binnen. Stoelen gaan het schuurtje in. Zwembad afdekken.” Ze beginnen en een half uur later is de hele tuin aardig ontruimd. Rinus brengt een paar stormlijnen aan over het dek van het zwembad. Het zeildoek wordt om de koelkasten gewikkeld en vastgebonden. Dan gaan ze naar binnen. Rinus sluit de deur. Een uur later raast een stevig noodweer over hun heen. Rinus kijkt naar buiten en kan door het raam niet eens de overkant van de vaart zien en die is toch maar een meter of vijftien breed. Heel langzaam sterft de regen uit en een half uurtje later gaan ze naar bed. Nog een poosje lekker vrijen en dan gaan ze slapen. De volgende morgen kijken ze buiten. De schade valt mee, eigenlijk is er niets weg of kapot. Ondanks het dek is het zwembad ook tot de rand toe gevuld. Rinus draait de kraan open en loost het teveel aan water op de vaart. Er staat ook heel veel water op het landje. ...
... “Dat droogt wel weer” zegt Rinus, “ik ga even bij de buren kijken.” Hij trekt een broek aan en loopt naar buiten. Bij de buurjongens is het een ravage. De jongens lopen te slepen met kapot gewaaide stoelen, zeiknatte kussens en dat soort dingen. “Wat een weer vannacht” zegt Anton. “Heb je het niet zien aankomen? Wij hebben het op televisie gezien en hebben alles naar binnen gegooid en vastgezet.” “Wij dus niet.” “Is Ingrid er nog?” “Nee, die is zondag weggegaan met haar nieuwe liefde.” “Zo, wie dan.” “Ene Willem. Ze waren hartstikke stapelgek op elkaar. Willem is een gozer met een vrij zware penis en die vond het lekker om haar stevig te nemen, nou dan weet je het met Ingrid wel. Bovendien hebben ze ontdekt dat ze bijna buren zijn, ze wonen maar een paar honderd meter bij elkaar vandaan.” Rinus grinnikt. “Maar jullie redden het wel?” “Ja, dat lukt wel, dank je wel.” Rinus loopt weer terug. Tegen Tineke en Els vertelt hij wat hij net heeft gehoord. “Dus ze heeft weer een geile vent aan de haak geslagen. Nou ze doet maar” zegt Tineke. “Zullen wij straks even wat boodschappen doen in Lisse. Ik heb brood nodig en volgens mij moet jij nog een treetje bier hebben. Er staan nog maar zes blikjes.” “Oh, dat is goed. Ga jij ook mee Els?” Een kwartiertje later zitten ze gedrieën in de auto. Ze rijden richting het pontje en overal staat water. Ook in de weilanden is goed zichtbaar dat er veel water is gevallen. Eenmaal in Lisse doen ze hun boodschappen. Daarna drinken ze op een terrasje ...