-
Stiefzoon in huis
Datum: 18-4-2018, Categorieën: Familie Auteur: Stanzie, Bron: Gertibaldi
... wipstoten later was de kwelling voorbij. Direct rolde hij van me af en trok zijn broek weer op. Zittend op de kant van het bed boog hij nog een keer naar me toe om een vluchtig kusje op mijn lippen te drukken. “Dankjewel, schat. Het was heerlijk.” Alweer lukte het me om die huichelachtige glimlach op mijn gezicht te toveren. Zijn verzoek om nu toch maar dringend met het avondeten te beginnen, beantwoordde ik met een droog knikje. In werkelijkheid zat ik, nadat Harry in de badkamer verdween, nog een hele poos wezenloos voor me uit te staren. Wat moest ik doen? Hoe moest ik verder? Ik wist het niet. Nadat ik mezelf met een paar tissuetjes min of meer schoon had geveegd, trok ik mijn kamerjas aan en op automatische piloot daalde ik de trap af. In de keuken trof ik Arnold aan die al met kookpotten in de weer was. “Ga jij maar zitten, Paultje. Vanavond kook ik, al zal het dan wel spaghetti zijn want verder reikt mijn kookkunst niet. Ik hoop dat je dat niet erg vindt?” Toen ik niet reageerde keek hij me aan. “Mijn god, Paultje! Hoe zie jij eruit? Het lijkt wel alsof jij spoken hebt gezien.” Mijn gemoed schoot vol en ik barstte in snikken uit. Met enkele grote passen was hij bij me. Zijn sterke handen hielden me stevig vast en dankbaar maakte ik gebruik van zijn brede schouder om op uit te huilen. “Was het zo erg?” vroeg hij bezorgd. Meer dan een knikje kreeg ik niet voor ...
... mekaar. “Waardeloos was het,” vulde hij zelf dan maar in. “Ik schaam me in zijn plaats.” Zijn warme knuffel werkte heilzaam en me zachtjes heen en weer wiegend, wist hij me tot rust te brengen. Langzaam kreeg ik mezelf weer onder controle. Eenmaal zover probeerde Arnold mij een kus te ontfutselen. Ondanks dat ik hem dankbaar was voor zijn steun, hield ik hem af. “Niet als je vader thuis is, Arnold! Zelf had ik er niet direct erg in dat mijn woorden een verdoken belofte inhielden. Hij wel. “Mooi zo,” reageerde hij glimlachend. “Zodra mijn vader morgenvroeg de deur uit is, kom ik bij je.” “Arnold!” Uiteraard moest ik hem veel resoluter afgewezen hebben, maar meer dan zijn naam kreeg ik op dat moment niet over mijn lippen. Als protest was dat veel te magertjes, dat wist ik zelf ook wel. Nu, ruim zes uur later, lig ik nog altijd klaarwakker naar het plafond te staren naast mijn snurkende echtgenoot. Eigenlijk weet ik nog steeds niet wat ik met de hele situatie aanmoet en hoe ik verder wil met mijn leven. Eén beslissing neem ik alvast wel. Arnold zal welkom zijn. Als het aan mij ligt zullen we morgenvroeg de draad weer opnemen waar we daarstraks door Harry werden onderbroken. Moreel verwerpelijk of niet, ik kijk er nu al naar uit om mezelf opnieuw te verliezen in de sterke armen van mijn liefhebbende stiefzoon. Verder dan dat wil en durf ik op dit ogenblik niet denken.