Haar jonge minnaar, deel 5
Datum: 27-7-2020,
Categorieën:
Hetero
Auteur: Calimero4773, Bron: Gertibaldi
... haar bankrekening controleren. Er was geen alimentatie en, wat ze vreemd vond, ook geen huursubsidie. Die had ze vier maanden geleden al aangevraagd en hoewel ze heel goed wist dat ambtelijke molens heel langzaam draaien, was het wel raar dat er nog steeds niets was bijgeschreven. Geërgerd pakte ze de telefoon en belde naar het gemeentehuis, waar ze na drie keer doorverbinden de juiste ambtenaar aan de lijn kreeg. En ze trof het ook nog, dat deze man welwillend was. Ze vroeg hem hoe het kon dat ze nog steeds geen huursubsidie had ontvangen en hijb eloofde het te zullen nakijken. Na een paar minuten stilte kwam hij weer aan de lijn en zei aarzelend: "Mevrouw, we hebben uw aanvraagformulier weer van het ministerie teruggekregen." Al voordat hij verder ging, begreep Vera meteen wat dat betekende: voorlopig nog geen huursubsidie. "Teruggekregen?" herhaalde ze verbaasd, "Hoe kan dat?" "Mevrouw, ik zie uw aanvraagformulier nu voor het eerst, dus heb ik het even voor u gecontroleerd. Alles is correct ingevuld, er ontbreekt alleen een handtekening." Vera geloofde haar eigen oren niet. "Mijn handtekening staat er niet op?" herhaalde ze ongelovig, "Worden dergelijke formulieren dan niet gecontroleerd voordat ze naar het ministerie gaan?" "Dat had wel moeten gebeuren, mevrouw, maar het is in dit geval helaas achterwege gebleven." "Dus ik moet nu naar het gemeentehuis komen, een handtekening zetten en dan maar weer een paa maanden wachten? Wat ik zo langzamerhand niet meer kan?" "Het ...
... spijt me erg voor u, mevrouw, maar dat zal helaas noodzakelijk zijn." "Oké, ik kom er aan. Met wie heb ik gesporoken?" De man noemde zijn naam, Vera bedankte hem netjes en hing op. Vervolgens belde ze haar vriendin Ellen. "Ellen, zijn Pim en Sandra toevallig bij jou in de buurt?" "Ja, Sandra zit bij mij in de tuin met Jeanet moedertje te spelen, en Pim is voor met Kees als opperhoofd van de indianen aktief. Ze zijn koibois aan het doodschieten." Vera schoot even in de lach, werd toen weer ernstig en zei dat ze hoognodig even naar het gemeentehuis moest, waarop Ellen beloofde dat zij wel op de kinderen zou passen. Gerustgesteld hing Vera op, stapte op de fiets en ging onder een dreigende wolkenlucht naar de stad. Het was twintig minuten fietsen, een half uur wachten voordat ze geholpen werd – de man, die ze aan de lijn had gehad, was werkelijk heel hulpvaardig geweest – en twintig minuten weer terug fietsen. Maar ze was nog in de stad, toen de eerste regendruppels al naar beneden kwamen en toen ze op de kale vlakte buiten de stad was, kwam het water met bakken naar beneden. Toen ze van huis ging was het een heerlijk temperatuurtje geweest en daarom had ze geen jas aangetrokken. Het was een kort, maar hevig buitje geweest, want toen ze het dorp inreed droogde het weer op en de zon scheen weer toen ze thuis kwam, als een verzopen kat. Achter haar huis kwam ze Kees tegen, die haar eerst verbaasd, en toen meelijdend aankeek. "Volgens mij heb jij pech gehad." stelde hij nuchter vast. ...