-
Anja en Arnold IV-2
Datum: 14-12-2019, Categorieën: Hetero Auteur: quasi, Bron: Gertibaldi
Wanneer ze de volgende morgen wakker worden is het stil in de baai. Er zijn geen auto’s te zien, er loopt niemand op straat. “Het lijkt wel een spookstadje” zegt Anja. Het weer is lekker dus ze ontbijten buiten en omdat ze niemand zien blijven ze lekker bloot rondlopen. Tussen twee broodjes door stelt Arnold voor om straks naar Datca te varen, een grote plaats hier vlakbij. Daar kunnen ze nog wat kleine inkopen doen. Een half uurtje later varen ze de baai uit, in eerste instantie oostwaarts. “Hoe lang is het varen naar Datca?” vraagt Anja. “Het is maar 14 mijl, dus we zijn er met een drie kwartier”. “Dan ga ik me alvast aankleden” en ze loopt hun slaaphut in. Even later staat ze weer naast Arnold in een vlot jurkje. Ze heeft zijn korte broek meegenomen. “Daar ligt Datca” wijst Arnold aan Een tiental minuten later draaien ze de haven in. Er is geen havenmeester te bekennen dus hij meert de boot langs de steiger af. De meeste terrassen zijn al opgeruimd. Ze lopen verder het stadje in. Tegen de middag wandelen ze terug naar de boot. Anja maakt even een broodje klaar en Arnold kijkt op de kaart. “Hier dichtbij, een uurtje varen, ligt een baai waar alleen een restaurant is. Volgens het boekje zijn die mensen er altijd tot eind november.” “Hoe heet het daar?” “Dirsek, het ligt daar ergens” en hij wijst naar de overkant van de baai. “Oké, we kunnen allicht gaan kijken” zegt Anja. Arnold start de motoren, Anja gooit de trossen los en ze zetten koers naar Dirsek. Arnold vaart in een ...
... vrijwel rechte lijn naar de overkant. Ze varen de kleine baai in en helemaal achterin draaien ze naar rechts. “Kijk, daar ligt het” Anja pakt de verrekijker en kijkt naar het einde van de inham. “Er staat daar inderdaad een gebouwtje en er liggen zes boten.” “Dat zijn de volhouders” zegt Arnold. “En er ligt ook een boot met een Nederlandse vlag bij zo te zien” vervolgt Anja. Ze meren af en lopen naar het restaurant. Op het terras komt er een jongen naar hun toe en vraagt met een paar woorden in het Engels of ze wat willen drinken. Arnold bestelt een biertje en een wijntje. Wanneer de jongen terugkomt met hun drankjes vraagt hij of ze ook blijven eten. “Dat kan nog?” vraagt Arnold. De jongen knikt bevestigend en achter hem komt een man naar hun toegelopen. “Welkom” zegt hij en geeft ze een hand. “U kunt hier gewoon eten, wij zijn nog twee weken open nu en gaan dan pas naar Datca”, zegt de man in gebrekkig maar wel verstaanbaar Engels. “Oké dan eten wij vanavond hier.” De man knikt en loopt terug naar binnen. Ze drinken rustig hun drankjes en wandelen daarna terug naar de boot. “Dit zijn toch zeldzame plekken” zegt Anja. Aan boord gaan ze op het achterdek zitten. Anja pakt nog twee drankjes. Ze hebben in Datca een krant en een paar Nederlandse tijdschriften gekocht. Arnold pakt de krant en Anja een tijdschrift. “Wat een rust” zegt Anja even later, “hier kun je helemaal ontstressen”. “Zeker weten, alleen hebben wij dan een probleem” antwoordt Arnold. “Wat dan?” “Wij hebben geen ...