1. Jing Tian - 1


    Datum: 7-7-2019, Categorieën: Fantasie Auteur: Jefferson, Bron: Opwindend

    Ook bij dit verhaal in het kort een toelichting op Tumblr.-De les van de ijzeren tak.Ik werd wakker met een koude rilling over m’n rug. M’n hoofd deed zeer en toen ik overeind wilde komen, koste dat moeite. Ik nam heel even de tijd door om me heen te kijken. Het leek wel alsof ik terug in de tijd was gegaan. Het kwam me bekend voor, maar waar ik precies was, wist ik niet. Ik stond op een heuvel. Achter me een diepe klif met de zee als bodem. Voor me zag ik iets wat ik nog nooit gezien had. Zo mooi. Zo schoon. Ik herkende meteen de Chinese bouwstructuren, die ik thuis nauwelijks nog zag. Ik was misschien wel echt terug in de tijd gegaan. Ik keek uit over een grote vallei waarin het midden tegen een berg een grote tempel stond. Misschien wel 20 kilometer verderop, maar zo groot, dat het net leek of ik al voor de deur stond. Judasbomen en Lariksbomen tot zover ik kon kijken. Ik voelde me thuis. Al wist ik niet echt waarom. Het feit dat het leek alsof ik in het oude China was beland, betekende alles behalve dat het op thuis leek. Ik merkte dat ik erg moe was, en dat de zon vrij fel scheen. Al was het tegelijkertijd ook fris. Er leek iets niet te kloppen. Ik leunde niet veel later tegen een torenhoge Judasboom om even op adem te komen. Achter de boom lag een klein pleintje met een kleine tempel. Er was geen ziel te bekennen, en zover ik kon zien in de verte, was het daar net zo eenzaam. Naast de tempel stond een houtenbankje, met daarop wel een paar dikke oude stoffige boeken ...
    ... en een emmertje gemaakt van bamboe. Nee, het was een drinkbeker. Wel leeg, maar er zaten nog restjes in, toen ik wat meer op onderzoek ging. Er is hier dus wel iemand geweest. ,,Ah, daar ben je.’’ Hoorde ik toen zacht. De stem doordrong echter m’n lichaam en ik verstijfde. Ik zag dan ook niet waar die stem vandaan kwam, en door de ijle lucht en het luchtledige van de omgeving leek het overal vandaan te kunnen komen. Maar hij zat gewoon voor me. Al die tijd al. Stil en geruisloos had hij al die tijd al daar gezeten. Op een ander bankje. Tegenover de kleine gedenkplaats. Met zijn rug naar me toe, en dat hield hij ook zo. Ik keek met schrik naar zijn verschijning. Hij was geen mens… Voor me bevond zich een silhouet. Naast hem een staf met een gloeiende oranje lampion. Op zijn hoofd een nón lá van stro. Platter kon haast niet. Zijn rug en schouders waren breed en rond. Er zat een bolletje voor me. En hij had een klein… staartje? Ik wist niet of hij me ook echt gezien had en sluipende liep ik naar achteren, weg van hem. ,,Pas op.’’ Hoorde ik hem dan alleen zacht spreken, en hoorde achter me wat losse steentjes naar beneden tuimelen op de rand van de klif. ,,Waar ben ik?’’ Vroeg ik toen maar, en merkte de paniek in m’n eigen stem. Ik was het aan het verliezen. ,,Je kan beter vragen; Wie ben je?’’ Sprak hij toen. Roerloos bleef hij zitten, met zijn rug dus naar me toe. ,,Nee, wie ben jij? Of wat ben jij?’’ Vroeg ik hem dan snel. Hij reageerde niet, los van een gulle lach die hij ...
«1234...9»