1. Fabelachtig Goed


    Datum: 12-5-2019, Categorieën: Fantasie Auteur: Jefferson, Bron: Opwindend

    De Kennismaking,,Kom Olga. Ik moet je wat vertellen.’’ Het was eindelijk tijd. Na weken te reizen, over oceanen en bergen, met gevaar voor eigen leven, was ik, Olga, aangekomen in een klein vissersdorpje waar iemand op me zou wachten. Nog nooit had ik een Tortolliaan ontmoet. Een wat oude en chagrijnige, mannelijke variant van het ras had hier inderdaad op me gewacht. Na een korte kennismaking, waarbij het schepsel mij van top tot teen in zich opnam, liet hij me nog een paar dagen wachten voordat hij het me zou vertellen. Ik had geen aanwijzing gekregen, niets. In de mist aan de kust van het Kul’tireaans dorpje gaf het me wat rust. Maar ik voelde me hier niet veilig. De mensen waren nors. Hardwerkende zeelui. En dan kwam ik binnen met de verschijning van een prinsesje. Ik had zo m’n eigen gevaarlijke avonturen meegemaakt maar de mensen hier stonden bekend als de echte avonturiers. En wie was ik dan om daar iets tegen in te brengen? Niemand dus. Maar net als ik, wisten de dorpelingen hier ook niet dat mijn avontuur nog moest beginnen.-Hij nam me mee naar een plek buiten het dorp. Nog vroeg in de ochtend onder het gordijn van de zeemist. Het was het tijdstip waarin de zeemannen zich al op zee begaven en de rest van het drop nog onder de dekens lag. Niemand die zag hoe de vreemde Tortolliaan in de vroegte een beeldschoon meisje op kwam halen. Ik was niet gekleed op het leven langs de kille en koude kust. In een strak topje en shorts die m’n lichaam in al zijn pracht ...
    ... accentueerde, volgde ik rillend met m’n armen over elkaar de schildpadman. Zelfs had ik nog nooit zoiets gezien, en vele vragen over het schepsel hadden m’n hoofd al gevuld. De Tortolliaan keek zo nu en dan even over zijn schouder en schild heen en zag dat het mooie meisje zenuwachtig naar hem lachen. Ik dus. Ik wist heus wel dat ik knap was, en de manier waarop hij naar me keek, wist ik ook wel wat hij dacht. Iets onder zijn lendendoek zei me dat hij als ander ras zeker net zo weerloos zou zijn als elke andere man.-We stopten buiten het dorp op een nat zandstrandje voor de rotsen. Daar stelde hij zich voor als Kojo. Mijn naam wist hij al. Nog voordat ik mij had kunnen voorstellen bij aankomst, wist hij wie ik was. Dat vond ik toch vreemd. Maar ik had wel vreemdere dingen meegemaakt. Mos wat aan de blote wortels langs de rots hing, verborg een doorgang. Hij hield het voor me opzij, keek me redelijk sympathiek aan, en liet me voor. Binnen ontmoette de damp mijn koude huid. Het was vochtig maar ook warm. En verderop scheen licht. Dit was zijn schuilplaats, zijn woning. Het liep verder door dan je zou denken. Langs de wanden stonden overal kratten met rollen, boeken en allerlei curiosa wat ik vaag wist te herkennen, maar het zei me verder niets. Hij was vrij stil. Maar ik voelde zijn blik wel. Ik was het gewend. En het verveel ook nooit. Als jonge meid moest je soms creatief zijn om in deze wereld te overleven. En ondanks de mist had ik hier en daar hetgeen onthouden wat mij terug moest ...
«1234»